en
it
de
es
fr
nl
pt
da
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh
Deze reeks verwarmingstoestellen voor warme lucht is
bijzonder aangewezen voor de verwarming van gesloten
lokalen zoals magazijnen, winkels en woningen. Deze ver-
warmingstoestellen zijn in overeenstemming met de gel-
dende Europese richtlijn.
BELANGRIJK: Lees deze handleiding aandachtig en
zorg dat u alles begrijpt vooraleer het assembleren, de
inwerkingstelling of het onderhoud van dit verwarmings-
toestel uit te voeren. Verkeerd gebruik van het verwar-
mingstoestel kan ernstige letsels veroorzaken. Bewaar
deze handleiding om die later opnieuw te kunnen raad-
plegen.
BELANGRIJK: Dit verwarmingstoestel is niet geschikt
om gebruikt te worden door personen (kinderen inbegre-
pen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke en mentale
capaciteiten, of zonder ervaring, tenminste als ze niet
onder toezicht staan van een persoon die verantwoor-
delijk is voor hun veiligheid. Zorg dat kinderen onder to-
ezicht staan zodat ze niet met de verwarmer spelen.
BELANGRIJK: Alle werkzaamheden voor schoonmaak,
onderhoud en reparatie die toegang voorzien tot
gevaarlijke onderdelen (zoals het vervangen van
een beschadigde voedingskabel) moeten door de
constructeur, door zijn technische dienst, of door een
persoon met gelijkaardige kwalicatie worden uitgevoerd
om elk risico te voorkomen, zelfs als voorzien werd om
van het voedingsnet los te koppelen.
BELANGRIJK: Tijdens het gebruik van het verwarmings-
toestel dient u zich te houden aan alle plaatselijke veror-
deningen en aan de geldende normen.
►1.1. Toestellen gebruikt in de buurt van zeilen, gordijnen
of andere, gelijkaardige afdekmaterialen, moeten op veili-
ge afstand ervan worden opgesteld. Het is ook aanbevolen
om brandvertragende afdekmaterialen te gebruiken.
►1.2. Houd het verwarmingstoestel op veilige afstand van
vocht, water en atmosferische invloeden om schade aan
het toestel te voorkomen.
►1.3. Houd voldoende afstand tussen ontvlambare of ther-
molabiele materialen (met inbegrip van de voedingskabel)
en de warme delen van het verwarmingstoestel.
►1.4. Wanneer het verwarmingstoestel warm is, of op het
elektrische net aangesloten, of in werking is, mag die nooit
worden verplaatst, verhandeld of onderworpen aan een
onderhoudsinterventie.
►1.5. Zet het warme verwarmingstoestel of het verwar-
mingstoestel dat in werking is op een stabiel, waterpas op-
pervlak, om brandgevaar te vermijden.
►1.6. Houd dieren op veilige afstand van het verwarmings-
toestel.
►1.7. Voed het verwarmingstoestel uitsluitend met stroom
waarvan spanning en frequentie overeenkomen met de
specicatie op het identicatieplaatje van het toestel.
►1.8. Zorg ervoor om het verwarmingstoestel alleen aan
te sluiten op een elektrisch net dat correct voorzien is van
een differentiaalschakelaar en met een geschikte aarding.
►1.9. Als de voedingskabel beschadigd blijkt, moet die
door de technische dienst worden vervangen om alle
risico's te vermijden.
►1.10. Haal de stekker van het verwarmingstoestel uit het
stopcontact wanneer u het toestel niet gebruikt.
►1.11. Wanneer u het verwarmingstoestel tijdelijk in on-
veilige omstandigheden laat, moet u ervoor zorgen dat het
toestel niet gebruikt kan worden en in ieder geval altijd de
stekker uit het stopcontact halen.
►1.12. De luchtinlaat (achterkant) of de luchtuitlaat (voor-
kant) van het verwarmingstoestel niet afdichten, ook niet
gedeeltelijk.
►1.13. Vermijd om de lucht te kanaliseren, tenzij met ge-
bruik van originele kit (waar voorzien).
►1.14. Het verwarmingstoestel tijdens de werking niet af-
dekken, hierdoor kan het toestel gaan oververhitten.
►1.15. Laat de technische dienst de correcte werking van
het verwarmingstoestel minstens eenmaal per jaar en/of
volgens de noodwendigheden controleren.
DE CONSTRUCTEUR WIJST ALLE VERANTWOORDE-
LIJKHEID AF VOOR MATERIËLE SCHADE EN LICHAME-
LIJKE LETSELS DIE VOORTVLOEIEN UIT ONEIGENLIJK
GEBRUIK VAN HET VERWARMINGSTOESTEL.
ALLEEN GESPECIALISEERD PERSONEEL DAT DOOR
DE CONSTRUCTEUR IS ERKEND MAG INTERVENTIES
OP HET VERWARMINGSTOESTEL UITVOEREN.
WAARSCHUWING: Het verpakkingsmateriaal is geen
speelgoed voor kinderen. Houd het plastic zakje uit de
buurt van kinderen; verstikkingsgevaar.
(Fig. 1)
►2.1. Haal alle verpakkingsmateriaal weg, gebruikt om het ver-
warmingstoestel te verpakken en te versturen, en verwijder die
volgens de geldende normen.
►2.2. Haal alle artikelen uit de verpakking.
►2.3. Controleer of er tijdens het transport geen schade is
opgetreden. Als het verwarmingstoestel beschadigd lijkt, moet
men onmiddellijk de concessiehouder verwittigen, waar het to-
estel werd aangekocht.
(Fig. 2-3-4)
Bepaalde modellen kunnen voorzien zijn van wielen, handgre-
pen, steunen en voedingskabel. De mechanische componen-
ten bevinden zich samen met de bijhorende montagebouten
in de verpakking van het verwarmingstoestel en moeten geas-
sembleerd worden vooraleer het toestel aan te zetten. Indien
het verwarmingstoestel niet uitgerust is met een voedingska-
bel, MAG DEZE KABEL ALLEEN DOOR GESPECIALISE-
ERD, BEVOEGD PERSONEEL GEÏNSTALLEERD WORDEN,
MET BEHULP VAN COMPONENTEN DIE IN OVEREENS-
TEMMING ZIJN MET DE PLAATSELIJKE EN/OF NATIO-
NALE RICHTLIJNEN INZAKE ELEKTRICITEIT. DE CON-
STRUCTEUR WIJST ALLE VERANTWOORDELIJKHEID AF
VOOR SCHADE AAN HET VERWARMINGSTOESTEL EN/OF
LICHAMELIJKE LETSELS TEN GEVOLGE VAN EEN FOU-
TIEVE AANSLUITING VAN DE VOEDINGSKABEL.
BEDIENINGSPANEEL
(Fig. 5)
1. Controlelampje verwarmingstoestel geblokkeerd;
2. “RESET”-knop;
3. Draaiknop omgevingsthermostaat;
4. Aansluiting omgevingsthermostaat;
5. Controlelampje spanning aanwezig;
6. Keuzeschakelaar vermogen.
WAARSCHUWING: Om het toestel correct te kunnen ge-
bruiken en risico's te vermijden, moet u de “INFORMA-
TIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID” lezen, begrijpen en
uitvoeren vooraleer het verwarmingstoestel in werking
te stellen.
WAARSCHUWING: Controleer of de voedingskabel
perfect intact is en of de elektrische kenmerken van
het elektriciteitsnet overeenkomen met de gegevens
vermeld op het plaatje met technische gegevens van het
verwarmingstoestel.