NEDERLANDS
15
Wegrijgen, aan dezelfde kant, de blauwe en bruine draad van hun bijpassende klemmetjes, door de op deze geplaatste bouten, los te
maken.De drukkerkabel bout op de linker zijde losmaken en de zo losverbonden kabel wegrijgen.
− kabelstuk van drukker tot klemmetjes: de bout van de dekseldrukker met behulp van een schroevendraaier losmaken en de deksel loshaken
uit de drukkerbasis. De gele-groene draad losrijgen door het aardklemmetje aan de rechter zijde los te maken. Los rijgen, altijd op dezelfde
kant, de blauwe en de bruine draad uit de bijpassende klemmetjes, door het losdraaien van de op deze geplaatste bouten los te maken. De
bout van de drukkerkabel van de drukker losmaken op de rechter zijde en de losverbonden kabel wegrjjgen. Verplaatsen de
klemmetjesdekker, zijn vier bouten losdraaien. De drie klemmetjes L - N -
losdraaien en de drie draden, bruin, blauw en geel-groen, uit
de drukker afkomstige, losrijgen, na de kabeldrukker los te hebben gemaakt.
Het verwisselen van de voedingskabel moet door middel van een kabel van hetzelfde type gebeuren (vb.H05 RN-F of H07 RN-F volgens
installatie) en met hetzelfde uiteinde, volgens de omgekeerde werkvolgorde voor de demontage.
OPLETTEN: aan de hand van de installatie en in geval van pompen zonder kabel, voedings kabel voorbereiden H05 RN-F type voor
binnen gebruik en H07 RN-F type voor buiten gebruik, compleet met stekker (EN 60335-2-41). Voor voedingskabels zonder stekker moet
een afkoppelinrichting van het voedingsnet worden voorzien (bijvoorbeeld een magnetothermische schakelaar) met scheiding tussen
de contacten van minstens 3 mm per pool.
STORINGZOEKEN EN OPLOSSINGEN
ONDERZOEKEN (mogelijke oorzaak)
1. De motor start niet en maakt
geen lawaai.
A. Elektrische aansluitingen nagaan.
B. Nagaan dat de motor onder druk staat.
C. De beschermings zekeringen.
C. Indien verbrandt vervangen.
N.B.: het heventueel zich direkt herhalen van het
mancament kan betekenen dat de motor in
2. De motor start niet maar doet
lawaai.
A. Zich verzekeren dat de netspanning
overeenkomt met datgene wat er op het
naamplaatje staat.
B. Nagaan dat de aansluitingen goed zijn.
C. Op de klemmen nagaan de aanwezigheid
van alle fases (3 ~).
D. Onderzoek naar mogeliike verstoppingen van
de motor of van de pomp.
E. Nagaan de toestand van de condensator.
B. Eventuele fouten corregeren.
C. Anders de afwezige fase herstellen.
D. Verstoppingen verwijderen.
E. De condensator vervang.
3. De motor draait moeilijk.
A. Zich verzen dat er geen onvoldoende
voedings spanning is.
B.
Nagaaan mogelijke wrifingen tussen de
bewegende en vaste delen.
B. Zorgen om de wrijfinges oorzaken op te
A. De pomp is niet correct aangesloten.
B. De correcte draairichting in de driefase
motoren nagaan.
C.
Onvoldoende diameter van de
opzuigingsbuis.
A. De pomp met water vullen en de
opzuigigsbuis, indien niet zelfvissend, dan
met de opzuiging doorgaan.
B. Onderling twee voedings draden verwisselen.
C.
Buis vervangen met een van grotere
diameter.
A. De opzuigingbuis of de bodemklep zuigen
luoht.
B. De negatieve helling van de opzuiginggsbuis
vergemakkelijkt de vorming van luchtzakken.
A. Het ongemak verwijderen en de handeling
herhalen.
B. De helling van de buis herstellen.
6. De pomp voert een onvoldoende
druk uit.
A. De voetklep is verstopt.
B. De draaier is versleten of verstopt.
C. Opzuigingbuis met onvoldoende diameter.
D. De correcte draairichting nagaan in de
B. De verstoppingen verwijderen of de versleten
delen vervangen.
C. De buis vervangen met een van grotere
diameter.
D. Onderling twee voedingsdraden verwisselen.
7. De pomp trilt met een rumoerige
geluid.
A. Nagaan dat de pomp en de buizen goedzijn
aangesloten.
B. De pomp heeft een holte d.w.z. er is meer
watwr nodig dan opgepompd kan worden.
C. De pomp werkt meer dan wat aangegeven
A. Met meer zorg de losgekomaken delen
vastmaken.
B.
De opzuiginngs hoogte beperken of
drukbelasting controleren.
C. Kan nuttig zijn de belasting te beperken.